Hoe nu nog de honger stillen
van
een hart dat blijft verlangen
naar
een baken vol van rust
als
de zee nog hevig beukend
het
strand en wankele duinen kust
ik
zie geen jutters bij dit weer
zij
zitten neer bij 't vuur en wachten
op
wat met waarde overleeft
ze
weten dat bij woelig weer
het
tij hen wat te vinden geeft
uit
al wat oud is en gebroken
geleden
heeft door felle storm
wordt
soms in nieuwe vorm herboren
wat
door breuk en averij
bijna
voor immer was verloren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten