Met
de schemer in het gezicht,
de avondzon in beide handen.
Het
oranje oog kijkt over landen
naar het dampend tanend licht.
Ik
zie de laatste schijn steeds lager,
hoe het zich een uitweg
baant.
Tot de westenwind de ogen traant.
De kleuren worden
langzaam trager.
Dan is er niets meer dan gedacht.
Een
dromend staren overzee.
De schemer neemt me mee
en bereidt er
zo mijn nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten