Zo
komt Augustus, die steeds was
De maand der grootste
regenplas.
Los is het weer, en ook de donder
Mengt nu en dan
zijn stem daar onder.
Soms draait, om onze ziel te troosten,
De
wind een tijdje naar het Oosten.
Dan houdt het zwerk weer op met
razen,
We zijn nu weer in een oase.
Men kan weer in het zeebad
mallen,
En trapt daar vrolijk in de kwallen.
Maar spoedig is
het dan weer uit en
't Regent tranen weer met tuiten;
Want Sint
Margriet, dat is het 'm
Gebruikt een diureticum.
Zo eindigt de
vakantiepret.
De hemel wordt nu blauw en net.
Het worden schone
strakke luchten
Geen windje doet de bomen zuchten
Hijst men der
Koningin de vlag
Dan
is het vast een warme dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten