September, zonder ongelukken,
Brengt ons twee mooie warme stukken.
In 't
eerste doet de zon nog veel;
Het tweede is toch het mooiste
deel.
Daartussen is een overgang,
Die duurt gewoonlijk niet zo
lang.
Dan komen dampen en regen aan;
De mensen zeggen: "het
is gedaan,"
Zij zien de schijn voor 't wezen, maar
Vergissen
zich schier ieder jaar.
Wat zeven en twintig ons steeds bracht
Is
volle rijpe zomerpracht.
De morgen mag wat dauw verstrekken,
De
zon heeft kracht dit op te trekken.
Des daags zijn de contouren
teer,
Van wege vocht in d'atmosfeer.
Gaat ge per fiets, geen
wind geeft remming;
Er heerst een milde avondstemming.
Natuur
is als een bruid vermoeid;
De piepers worden droog gerooid.
(P. de Haas)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten